De 24-jarige Algerijnse Ahlème woont in de Parijse voorstad Ivry. Door de dood van haar moeder zorgt ze voor haar invalide vader en haar puberbroertje Foued. Ze droomt over een man, een baan, het familiehuis in Algerije en een Frans paspoort. Intussen sappelt ze bij uitzendbureaus, gaat uit met...
show more
De 24-jarige Algerijnse Ahlème woont in de Parijse voorstad Ivry. Door de dood van haar moeder zorgt ze voor haar invalide vader en haar puberbroertje Foued. Ze droomt over een man, een baan, het familiehuis in Algerije en een Frans paspoort. Intussen sappelt ze bij uitzendbureaus, gaat uit met vriendinnen, staat in de rij bij de immigratiedienst, wordt verliefd op verkeerde mannen en ziet Foued in de criminaliteit belanden en van school gestuurd worden. Guène heeft een opvallend populair taalgebruik. Ze beschrijft op vlotte en levendige wijze het dagelijks leven in de banlieues en gebruikt daarbij slangwoorden als lullig, lijp, nakken, trut, klote en anuskop. Op lichte en humoristische wijze zet de auteur niet alleen het leven van Ahlème centraal, maar stelt ook de bureaucratie van de prefectuur en de minachting voor immigranten aan de orde.
show less